Na mijn winkelbezoek haalt ze een ansichtkaart tevoorschijn. ‘Gekregen van een anonieme klant’, vertelt ze. ‘Er zat ook nog geld bij, heel veel geld.’ Ze glimlacht van oor tot oor en ik zie de emotie op haar gezicht. Ik laat mijn ogen over de regels gaan en ook ik schiet vol: wat een cadeau, wat een compassie! Ik ben er echt even stil van. Mijn coronamoeheid van eerder verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ze zijn er echt als je goed kijkt: betrokken mensen en mooie gebaren. Je moet wel blijven opletten om te ze te ontdekken; blijven luisteren en vragen stellen.
Vragen stellen dus. Mijn ietwat lompe vraag doet me denken aan een lied: ‘In mijn zwakheid zie ik Uw kracht’. Dankzij mijn vraag ontdekte ik iets heel moois. Noem het positiviteit, voor mij is het God. Hij laat mij zien dat ik naar boven moet kijken: er is altijd hoop. Ik ben dankbaar dat ze mij een kijkje in haar leven gaf en het is mooi om te ontdekken dat er echt nog hoopvolle dingen gebeuren. En domme vragen? Die blijken dus nog steeds niet te bestaan!